Poezie 2
Kiezelstenen
Van A tot Zuid
Braille lezen met je tenen.
--
Malpertuis
Neergevleide Engelen
Verslaafd aan teveel
Met een blik vol ogen
De lever zoals het is met leiden en lijden
Geketend en versteend, gestenigd en getekend
De man van smarten als schurende nagels langs mijn doodskist.
Vlees niets: immer onthouden wij om jullie te vergeten.
--
Inkeer
Mijn interactieve ik
Trilt en beeft en gaat tekeer
Als een duivel in een wijwaterput
Klauwt en bijt en knelt
In een kooi gemaakt van mijn botten.
--
Mijn apokalyps
Ooit brak ik bibberende bergen
Trok ik met losse hand rechte paden wars van richting
En doolhoven met duizenden uitvluchten
Ooit tekende ik sekuur het wit van doeken
Schreef ik encyclopedieën over onbestaande onderwerpen
Bouwde ik steden zonder gebouwen.
Toen ik de tijd kon plooien en de ruimte kon doden
Raakte elke glimlach de kwinkslag van mijn sporen
Had ik gelijk over de hele stippellijn
Kleurde ik een regenboog van oprechte kleuren
En hield ik uiteindelijk voor denkbaar
Te kunnen schitteren zonder schijn.
Hier is de versteende stilte:
De laatste slag gestreden.
Hier werd nergens
Nu werd nooit.
--
Monding
Niets is er nog
Noch is er nog niets
Niet dat er nog iets is
Edoch niets is niet nog
Henoch zag alles.
--
Voorwerpen van glorie
Over een struik struikelen
Over een zeef zeveren
Over een mop mopperen
Over een kan kantelen
De aanvaring aanvaarden
Fluisterend luisteren naar het dartelend gedaver
Aarzelend raaskallen over mijn dartel kadaver
Beknopt een belofte tot bloei ontknopen
Luister: er klopt iets niet.
Wat toont het verleden dan wat er niet meer leeft?
--
Horizonde
Jouw streling
Maakt mij gras,
Geborgen en getrokken
In haar vrije zucht.
Raakvlak van hemel en aarde:
Onze spiegel van verlangen
Onder één huid.
Van A tot Zuid
Braille lezen met je tenen.
--
Malpertuis
Neergevleide Engelen
Verslaafd aan teveel
Met een blik vol ogen
De lever zoals het is met leiden en lijden
Geketend en versteend, gestenigd en getekend
De man van smarten als schurende nagels langs mijn doodskist.
Vlees niets: immer onthouden wij om jullie te vergeten.
--
Inkeer
Mijn interactieve ik
Trilt en beeft en gaat tekeer
Als een duivel in een wijwaterput
Klauwt en bijt en knelt
In een kooi gemaakt van mijn botten.
--
Mijn apokalyps
Ooit brak ik bibberende bergen
Trok ik met losse hand rechte paden wars van richting
En doolhoven met duizenden uitvluchten
Ooit tekende ik sekuur het wit van doeken
Schreef ik encyclopedieën over onbestaande onderwerpen
Bouwde ik steden zonder gebouwen.
Toen ik de tijd kon plooien en de ruimte kon doden
Raakte elke glimlach de kwinkslag van mijn sporen
Had ik gelijk over de hele stippellijn
Kleurde ik een regenboog van oprechte kleuren
En hield ik uiteindelijk voor denkbaar
Te kunnen schitteren zonder schijn.
Hier is de versteende stilte:
De laatste slag gestreden.
Hier werd nergens
Nu werd nooit.
--
Monding
Niets is er nog
Noch is er nog niets
Niet dat er nog iets is
Edoch niets is niet nog
Henoch zag alles.
--
Voorwerpen van glorie
Over een struik struikelen
Over een zeef zeveren
Over een mop mopperen
Over een kan kantelen
De aanvaring aanvaarden
Fluisterend luisteren naar het dartelend gedaver
Aarzelend raaskallen over mijn dartel kadaver
Beknopt een belofte tot bloei ontknopen
Luister: er klopt iets niet.
Wat toont het verleden dan wat er niet meer leeft?
--
Horizonde
Jouw streling
Maakt mij gras,
Geborgen en getrokken
In haar vrije zucht.
Raakvlak van hemel en aarde:
Onze spiegel van verlangen
Onder één huid.
Comments